Na een paar dagen in Slovenië gingen we na onze laatste bestemming: Westendorf, een waar skiwalhalla. We hadden een goedkoop pension geboekt maar het viel enorm tegen!
Overal werden we door kruizen verwelkomd: in de kamer sliepen we onder jezus-aan-het-kruis. Als we gingen ontbijten zaten we onder jezus-aan-het-kruis. Daarnaast hingen overal foto’s van de man, vrouw en opa en oma des huizes in hun zondagse kloffie. Ieder zijn geloof, maar ik voelde me hier erg ongemakkelijk bij. Gelukkig was er iets geblokkeerd in het internet waardoor we niet konden werken en naar een ander, hemels, hotel moesten verkassen.
Alles behalve een prettige eerste ervaring
Elke ochtend kregen we een heerlijk ontbijtje en na een vermoeiende dag skiën konden we nog lekker een uurtje in de sauna, waarna we genoten van elke dag een ander vijf gangen diner met een lekker wijntje. Daar was ik dan ook wel aan toe want dit was voor mij de allereerste keer skiën. En ik bleek niet zo’n talent te zijn.
Regelmatig ging ik onderuit, op mijn kont de berg af of op 1 ski. Terwijl ik de berg afrolde stak er bovenin een ski van mij fier in de sneeuw. Een keer gleed ik zo snel op mijn kont de berg af en ging ik met mijn ski’s vol op een snowboarder af. Ik riep nog dat hij aan de kant moest gaan maar hij hoorde me niet. Ik had nog niet geleerd hoe ik zo in godsnaam moest remmen en in plaats van dat ik langzamer ging, ging ik steeds sneller. De (uiteraard knappe) skileraar stortte zich de berg af en net op tijd kwam hij tussen mij en de snowboarder in om zo de boarder van een wisse dood te redden. Toen heeft hij me toch maar verteld hoe ik dan moest remmen.
Ook de skilift was een groot avontuur. We begonnen met een treklift die je onder je arm en onder je kont moest schuiven. De volgende stap was een echte skilift: eerst moet je door de poortjes (lastig), daarna moet je klaarstaan voor een poortje dat opengaat zodra er een bankje aankomt.
Dit poortje gaat snel weer dicht en voor die tijd moet je ervoor zorgen dat je er helemaal doorheen bent, anders zit je met je ene been aan de ene kant van het poortje, terwijl je andere been op de bewegende baan staat. Zo word je langzaam (niet zo langzaam) in een spagaat getrokken. Niet zo fijn. Toen het me (na tientallen keren proberen) eindelijk lukte om zonder omvallen in het stoeltje te komen klapte al het liftpersoneel. Ik schaamde me dood, maar was eigenlijk ook super trots!
Na een week skiën was ik bont en blauw en deed elke spier in m’n lijf zeer terwijl Mark als een prins op zijn lange latten elegant van de berg af ging. Hij doet het al jaren en heeft er duidelijk een stuk meer talent voor dan ik.
Ik vond het hartstikke leuk om het skiën een keer te proberen, maar ik ben er nog steeds niet uit of ik het nog een keertje wil.
Na 2,5 maand rondreizen was het skiën de afsluiter van onze reis. Vanuit Salzburg vlogen we naar Groningen Airport Eelde, terug naar huis. Daar werden we opgehaald en heb ik iedereen een dikke knuffel gegeven. Mijn zusje was hoogzwanger en beviel twee weken later van ons prachtige neefje Koen.