Mark en ik zijn ruim drie jaar samen en in die tijd hebben we samen de mooiste reizen gemaakt waar we met veel plezier op terug kijken.
Voor onze tweede reis samen hadden we een paar prachtige bestemmingen gepland die we konden combineren in een rondreis. We zouden vliegen naar Thessaloníki in het noorden van Griekenland. Daar zouden we een nachtje slapen en dan doorrijden naar Macedonië. In Macedonië zouden we Ohrid en het meer van Ohrid bekijken plus een prachtig klooster op de grens van Macedonië en Albanië.
Vanaf daar zouden we naar Albanië rijden waar we naar een paar prachtige antieke steden zouden gaan en naar de hoofdstad Tirana. Als laatste zouden we naar Montenegro gaan, naar een prachtig nationaal park en naar een paar plaatsen aan de kust. In totaal zou deze reis anderhalve week duren.
Het liep allemaal anders: we zijn noodgedwongen veel langer in Griekenland gebleven, zijn maar een paar uurtjes in Albanië geweest en Montenegro hebben we helemaal niet bezocht.
Geweigerd vliegticket
Onze reis begon op het vliegveld van Düsseldorf Weeze meteen goed. Het was de eerste keer dat we samen zouden vliegen en we hadden er beiden super veel zin in. Het plezier verging ons helaas al gauw.
We gingen op reis met alleen handbagage. Bij de Action hadden we twee kleine koffertjes gekocht voor acht euro toen die in de aanbieding waren. We hadden alles bij ons: bikini, zwembroek, jurkjes, korte broeken, T-shirts, paspoort (had Mark speciaal gekocht omdat we buiten Schengen zone gingen reizen) en vliegtickets. Toen we onze tickets moesten laten zien, werd ik zonder problemen doorgelaten. Alleen met Marks vliegticket bleek een probleem te zijn: de persoon op het vliegticket en de naam in het paspoort waren niet hetzelfde.
Shit! Mark had zijn roepnaam ingevuld op het ticket en niet zijn echte naam! Eigenlijk heet hij Maarten Klamer en niet Mark. We hebben er een paar uur over gedaan om het te regelen, werden van het kastje naar de muur gestuurd en uiteindelijk kwam het vreselijke antwoord: met dit ticket kon Mark niet reizen. We moesten nieuwe tickets kopen, zowel voor de heen- als de terugreis. En natuurlijk zijn de tickets die je dan op het vliegveld moet kopen tien keer zo duur.
Wat een drama! Mark en ik hadden niet zoveel geld. We konden wel op reis maar gingen lowbudget. Die tickets waren een enorme hap uit ons budget! Mark en ik moesten allebei huilen omdat we bijna niet meer op vakantie konden en omdat Mark zich zo stom voelde dat hij zijn roepnaam had ingevuld die natuurlijk op geen enkel officieel document staat.
Met veels te dure tickets gingen we het vliegtuig in en vlogen we naar Thessaloníki, in het noorden van Griekenland. We haalden onze huurauto op en sliepen voor twintig euro in een stenen hokje op een camping. In de kamer zaten super veel insecten. Gigantische spinnen, kakkerlakken en allemaal beesten waarvan ik de naam niet eens wil weten. Ik was er doodsbang voor. Er zaten zoveel spinnen dat er minstens tien ’s nachts mijn mond moeten zijn ingekropen.
Geweigerd bij de douane
De volgende ochtend genoten we van een heerlijk ontbijtje met uitzicht over zee. We moesten op tijd weg want we zouden naar Macedonië rijden.
Thessaloníki is een groot verkeersinfarct. De stad heeft ongeveer 400.000 inwoners en minstens zoveel auto’s. En bij een enorm gebrek aan parkeerruimte worden die auto’s ook midden op straat geparkeerd.
Na uren rijden waren we bij de grens met Macedonië. We hadden onze paspoorten in de aanslag om te laten zien. Vervolgens werd er gevraagd om de Green Card van de auto. Wtf is een Green Card? Mark zei dat die waarschijnlijk in het Dashboard kastje lag en dat die (zoals de naam al zegt) groen is. Ik zoeken en zoeken en zoeken maar nergens een Green Card. Wel een boel andere papieren. En een kopie van de Green Card maar geen normale.
We werden uit de rij gehaald en moesten naar het douanekantoortje. Daar waren ze super vriendelijk. Er werd geprobeerd iets voor ons te regelen maar na veel bellen en overleggen mochten we helaas het land toch niet in. Zonder Green Card waren we niet verzekerd.
Ik belde het autoverhuurbedrijf en die vertelden dat de Green Card er inderdaad niet in zat en dat we die wel konden krijgen, maar dat het minstens drie werkdagen zou duren voor die kaart er zou zijn, want die lag op het hoofdkantoor in Athene. Daarnaast kostte ons dat 120 euro. Pardon? 120 euro voor een kaartje dat met de post verzonden zou worden. Dat kostte ons 120 euro. Ik baalde enorm. Dit was tegenslag nummer twee.
Op weg naar Albanië
We reden weer terug naar Thessaloníki. Ondertussen belden we Booking.com waar we het hotel hadden geboekt dat we het land niet inkwamen en dus moesten annuleren. Dat was de tweede keer want eerder hadden we een fout gemaakt bij de boekingsdata waardoor we per ongeluk een week eerder hadden aangeklikt en we dus zogenaamd niet waren komen opdagen. En natuurlijk kostte ook dit ons geld. Plus dat we een nieuwe overnachtingsplek in Thessaloníki moesten vinden.
Op goed geluk reden we terug naar de camping waar we de vorige nacht ook hadden geslapen. Gelukkig was daar nog plek. Het was het goedkoopste wat er was dus de insecten namen we voor lief. Daarnaast lag het bij de zee dus we hebben veel gezwommen.
Toen we na drie dagen eindelijk de Green Card konden ophalen, zouden we doorrijden naar Albanië in plaats van Macedonië. Zo konden we onze reis vervolgen zonder in de war te komen met het reisschema. We hadden Google Maps als navigatie en een paar uur reden we zonder problemen in de richting van Albanië. We reden wel echt door de middle of nowhere!
Lange verlaten wegen met veel hagedissen op de weg (Mark heeft er een paar per ongeluk dood gereden) en langs vervallen dorpen waar de bejaarde bevolking met verweerde gezichten buiten op de stoep zaten te relaxen. Die mensen zagen er eigenlijk allemaal uit alsof er al honderden jaren binnen de gemeenschap werd getrouwd en ze wel wat vers bloed konden gebruiken! Daarnaast zou een goede kunstgebittendokter wonderen doen.
We reden langs een skiresort (nooit geweten dat je kunt skiën in Griekenland!) en overal was het groen en groeiden wilde bloemen. Soms moesten we uitwijken voor een rotsblok op de weg of voor een oude trekker bestuurd door een Griekse opa.
Rijden over rotsblokken
We waren bijna bij de grens (dat zagen we aan de vele taxi’s met Albanees kenteken) tot Google ons naar een klein dorpje stuurde. In dat dorpje moesten we een afslag naar een zandweg nemen. Het begin van de zandweg was prima, maar we begonnen ons wel af te vragen of Google ons de goede kant op had gestuurd.
Dat idee hebben we wel vaker met de navigatie: dan worden we een oude, afgebrokkelde weg opgestuurd en denk je: “ komt dit allemaal wel goed?” In 99% van de gevallen komt het ook goed. Dan kom je vanzelf weer in de bewoonde wereld uit. Alleen dit was een van die zeldzame gevallen dat ook Google Maps het niet meer wist.
De zandweg werd bestond steeds meer uit rotsblokken in plaats van zand. De begroeiing werd hoger en hoger. We hoorden steeds harde bonken tegen de onderkant van onze gehuurde Fiat Punto en toen ter hoogte van de ramen kwam en we de weg niet meer konden zien, besloten we niet verder te rijden.
Ik moest super nodig plassen en die verlaten plek was ideaal om te gaan wildplassen. Toen ik de deur opendeed hoorde ik het gezoem en getjirp van talloze insecten. Tijdens het plassen werd ik gestoken door allemaal enge beesten en ik ben gillend de auto weer ingedoken. Ik HAAT de middle of nowhere.
Hotel annuleren
We keerden de auto om en reden over de rotsblokken terug naar het dorpje. Google bleef het bospaadje markeren als de weg naar Albanië en dus zat er niets anders op dan zelf zoeken. Na een uur rondrijden hadden we nog steeds de grens niet gevonden en het werd steeds later. We zouden niet voor het donker aankomen en het vooruitzicht van rijden over de slechte Albanese wegen in het donker was niet echt een aantrekkelijk vooruitzicht.
Er stonden wel borden maar die waren allemaal in het Grieks dus daar konden we niets mee. De enige borden waarvan we de betekenis begrepen waren borden met grote beren en een uitroepteken. Die konden we dus ook nog tegenkomen.
Uiteindelijk zijn we bij een beekje gestopt, hebben we wat gegeten en besloten om dan toch maar naar Macedonië te rijden en Albanië te annuleren. Weer een hotel dat we moesten annuleren! Super balen maar als we de grens naar Albanië al niet konden vinden vonden we het niet verantwoord om ’s nachts een paar honderd kilometer door Albanië te rijden. Achteraf was dat een erg verstandig besluit….
Eindelijk in Macedonië
We reden naar de grens met Macedonië. Het was dezelfde grens waar we een aantal dagen daarvoor ook al hadden gestaan en het was dus erg spannend of we dit keer wel de grens over mochten. Er werd weer gevraagd naar de Green Card en deze keer hadden we hem!!! We mochten Macedonië in!
We vonden Macedonië direct super mooi! Overal stonden bergen en was er bos. Op de weg kwamen we de meest vreemde voertuigen tegen: auto’s uit de Sovjettijd met rare namen als Yugo en Zastava, paard en wagen, grasmaaiers (geen zitmaaiers!) waar mensen voor op zaten, ouderwetse kloofmachines… allemaal weer eens wat anders dan een standaard auto!
Het was juni en overal zaten vrouwen langs de kant van de weg onder een parasol kersen te verkopen.
De huizen in de dorpjes waren niet zo luxe als we thuis gewend zijn maar wat opviel waren de tuintjes: die stonden vol met de meest prachtige bloemen.
Macedonische stier
Aan het einde van de middag kwamen we aan in Ohrid. We hadden een goedkoop appartement gereserveerd via Booking.com. De navigatie stuurde ons een straat in en we zijn de straat wel twintig keer doorgereden maar nergens konden we Appartement Mite vinden. Toen we ergens langs de kant van de weg maar stopten om te kijken of we ‘echt niet verkeerd zaten, kwam er een man naar de auto gelopen.
Deze man deed me direct denken aan een stier: hij was groot en enorm gespierd. Hij had een vierkant hoofd en kort, gemillimeterd haar. Hij droeg een hemd dat zijn spieren extra benadrukte en droeg een heuptasje. We dachten: shit, nu komt het… we worden beroofd.
De man vroeg: Appartement Mite? Appartement Mite? We slaakten een zucht opluchting: Ja! Daar waren we naar op zoek!
De Macedonische stier bleek de eigenaar van het appartement te zijn en het gebouw bleek iets van de weg af te staan achter andere appartementengebouwen. In de gemeenschappelijke tuin zaten de bewoners onder parasols en we werden vriendelijk begroet door de hoogzwangere vrouw van Mite.
Het appartement dat we hadden gehuurd was hartstikke netjes en had een groot balkon. We zaten op ongeveer vijftig meter van het meer en hadden een keukentje om te koken. En dat voor maar twintig euro per nacht!
Vuurvliegen gezien
Na zo’n lange, warme dag was ik eerst toe aan een warme douche. Na het douchen verkenden we de omgeving rondom het appartement. Aan de andere kant van de weg, direct aan het meer, stond een Sovjet camping. Op het terrein stonden honderden kleine witte caravans onder de groene aanslag.
De caravans stonden zij aan zij direct tegen elkaar aan en na elke twee caravans was er een paar meter vrijgelaten om te zitten. Overal speelden kinderen en zaten ouders te picknicken. We liepen het meer in en het water was heerlijk koel en helder. Hier kon ik me wel een paar dagen vermaken!
In Ohrid staat een hele grote heuvel waar bovenop een fort gebouwd is. De meeste toeristen zitten aan de linkerkant van de heuvel (wij bij onze volgende reis naar Macedonië ook) maar wij zaten nu aan de rechterkant. Toen we ’s avonds wilden eten beklommen we eerst de heuvel en hadden we boven een prachtig uitzicht over het meer van Ohrid en konden we Albanië aan de andere kant zien liggen.
We maakten voor het eerst kennis met de heerlijke Macedonische keuken in een restaurant bij het amfitheater. We aten vlees dat boven houtskool geroosterd was, bestelden een heerlijke Macedonische salade en we bestelden een fles Macedonische rosé. Toen de rekening kwam waren we maar liefst twaalf euro kwijt!
Toen we in het donker de berg afliepen was het pikkedonker. Het enige licht kwam van tientallen vuurvliegjes. Die hadden we nog nooit gezien! Super bijzonder! We liepen nog wat rond door de buurt en kwamen langs een oude moskee waar duidelijk een feestje gevierd werd.
De moskee was versierd met slingers en ballonnen en toen we langs liepen werden we binnen gevraagd om het feestje mee te vieren. Dat ik een kort jurkje aan had en geen hoofddoek bij me had maakte niet uit; we waren van harte welkom. Samen met de moskeegangers hebben we het super gezellig gehad en hebben we een uitgebreide rondleiding door de moskee gekregen.
Water uit de bron drinken
De volgende dagen hebben we Ohrid bekeken. Het is een prachtige stad met tientallen kerken aan een wonderschoon meer. Overal werden we net zo hartelijk ontvangen als in de moskee en we kregen rondleidingen door de kerken.
Ik was deze keer beter voorbereid en had een lange rok en shirt in de tas voor het kerkbezoek maar dat was allemaal niet nodig: de dame in de oudste kerk van Ohrid droeg een kort jurkje met een diep decolleté en vond het onzin dat ik lange kleding had meegenomen. Wat een verschil met kerken in andere landen!
In Ohrid is zoveel te zien dat je zeker niet klaar bent in een dagje. We hebben de bezienswaardigheden van Ohrid afgewisseld met heerlijk voedsel en aan het strand liggen.
We zijn ook naar het klooster van Sveti Naum geweest. Dit klooster ligt op ongeveer drie kwartier rijden vanaf Ohrid, bij de grens met Albanië, en is zeker de moeite waard. Het klooster ligt aan het meer en bij de bronnen die het meer van Ohrid voeden. Als je door het bos wandelt kom je bij een klein kerkje uit. Toen wij hier voor het eerst waren was het hier helemaal verlaten.
Het kerkje is gebouwd op een bron en behalve een kruis was er niets in de kerk. Overal lagen keutels van beesten die hier kwamen om te drinken. Tegenwoordig varen er bootjes naar het kerkje en zijn er veel toeristen. In het kerkje kun je nu het water van de bron proeven en kaarsjes aansteken. Dieren komen er niet meer.
Drijfnat door een storm
Toen we uit het kerkje terug naar het meer liepen, kwam er een storm aan. Ondanks het onweer en de harde klappen in het meer bleven de mensen zwemmen. Wij hadden inmiddels flink honger gekregen en gingen eten in een van de restaurants die langs de weg naar het klooster aan het water staan. We bestelden vlees dat ook hier werd bereid op de bbq en net toen we ons bord voorgeschoteld kregen brak de pleuris uit.
De wind trok enorm aan en het begon keihard te onweren, recht boven ons hoofd. De regen kwam met bakken uit de hemel. We aten in een soort partytent en die werd stevig vastgezet maar waaide desondanks bijna weg. Rennend zijn we naar de auto gegaan en we kwamen daar drijfnat aan. In de auto hebben we gewacht tot de storm wat minder werd en toen waren we klaar om naar onze volgende bestemming te reizen: Albanië.
Luxe auto’s in arm Albanië
Na onze eerdere tegenslagen moesten en zouden we naar Albanië. Vanaf het klooster van Sveti Naum is het maar een klein stukje naar de grens. Bij de grens moesten we best lang wachten: elke auto werd apart gecontroleerd en geen kofferbak bleef ongeopend. Toen het zover was kregen we een stempel en mochten we doorrijden naar Albanië! Super leuk!
Dat super leuk verging ons helaas al snel. Waar the fuck waren we beland?
De verharde weg waarover we reden zat vol met gaten. Door de storm en de regen die nog steeds bleef vallen was de weg verandert in een kolkende rivier waardoor we de gaten niet meer zagen en elke keer ons doodschrokken als we een halve meter de grond in zakten. We waren hartstikke bang dat we weg zouden drijven of vast zouden komen te zitten.
De mensen die we onderweg tegenkwamen zagen er verweerd en verhard uit. Overal reden super de luxe auto’s met Albanese kentekenplaten, maar met stikkers van andere landen zoals Zwitserland en Oostenrijk. Bijzonder dat een groot gedeelte van de bevolking kan rondrijden in een luxe Mercedes, BMX X5 of een landrover terwijl Albanië het armste land van Europa is.
Snel weg uit Albanië
We voelden ons niet veilig en deden de deuren van de auto op slot. Volgens ons reisboekje moest er ergens op een berg een oud kasteel staan en die wilden we graag gaan bekijken. We reden eerst een paar keer verkeerd maar kwamen uiteindelijk een bordje tegen dat de weg naar het kasteel wees. Toen we van de hoofdweg afgingen kwamen we op een onverharde weg uit met kleine huisjes. Over de weg liepen kippen en ezels en toen ik schreeuwde stopte mark net op tijd anders had hij een wandelende schildpad doodgereden.
We reden de berg op (dat is altijd goed als je op zoek bent naar een kasteel, die werden meestal op heuvels gebouwd) en lieten de bewoonde wereld achter ons. De onverharde weg werd steeds slechter. We reden steeds dichter tegen de muur van de berg aan en de afgrond aan de rechterkant werd steeds steiler.
We kwamen herders met hun geiten tegen en de geiten sprongen vrolijk om de auto heen. We reden en we reden maar zagen nergens een kasteel. De weg werd rotsiger en elke meter hoorden we een stuk rots tegen de onderkant van de auto slaan. Omkeren kon niet: er was alleen dat gapende gat aan de rechterkant en rotsen en steen aan de linkerkant. Mark reed dus ik zat rechts en keek de diepte in.
We konden de top van de berg zien maar zagen nergens een kasteel. Na tijden rijden was er eindelijk een plekje waar we konden omdraaien en we dezelfde weg terug naar beneden konden rijden. We waren dolblij toen we weer in het dorpje aangekomen waren en de auto het nog deed. We vonden Albanië helemaal niets en zijn zo snel mogelijk weer terug naar de grens gereden.
Weer tegen gehouden bij de douane
Bij de grens werd er flink moeilijk gedaan en mochten we volgens de beambte Albanië niet verlaten omdat we niet over de juiste papieren zouden beschikken. Ze vond het vreemd dat we überhaupt het land waren ingekomen. Verdomme, hadden wij weer!
Het duurde maar en het duurde maar. We probeerden uit te leggen dat we net twee uur daarvoor het land waren binnengekomen, dat al onze spullen in Macedonië lagen en dat we wel over alle benodigde papieren beschikten. Na een uur werden we eindelijk doorgelaten.
De douane beambte achter het loket die ons paspoort afstempelde vroeg vrolijk: Albania okay? En stak zijn duim op. Wij lachten als een boer met kiespijn en staken ook onze duim maar op. Toen ging het poortje open en waren we super opgelucht toen we weer naar Macedonië mochten.
Geen rekening gehouden met tijdsverschil
Doordat we veel extra tijd zijn kwijt geweest in Griekenland hadden we geen tijd meer om naar Montenegro te gaan. Op de laatste dag zijn we van Macedonië naar Thessaloníki gereden waar we ’s avonds weer naar Duitsland vlogen.
We vertrokken ruim op tijd. Dachten we.
Waar we geen rekening mee hadden gehouden was dat er een uur tijdsverschil zit tussen Macedonië en Griekenland, ondanks dat het boven en onder elkaar ligt. Toen we de grens over gingen en de tijd op mijn mobiel versprong realiseerden we ons dat we niet op tijd waren vertrokken, maar juist een uur te laat! Shit!
Mark reed keihard door om te zorgen dat we op tijd de auto konden inleveren en onze vlucht zouden halen. Dat ging allemaal prima tot dat we verkeerd reden.
Racen naar het vliegveld
Er waren veel verschillende afslagen en ik raakte in de war, ook door de druk dat we niet zoveel tijd hadden. Ik stuurde Mark naar de verkeerde afslag en toen reden we op de verkeerde weg. We konden niet omkeren en de eerstvolgende afslag was pas vijftig kilometer verderop, waardoor we ongeveer 100 kilometer verkeerd reden. We moesten dezelfde weg weer terug. Nu kwamen we pas echt in tijdnood!
We raceten over de snelweg, remden af voor de flitspalen die in Griekenland erg goed staan aangegeven (er staan bordjes dat met de precieze afstand dat er een flitspaal staat: over 324 meter een flitspaal) en kwamen terecht in een file in Thessaloníki.
We leverden precies op tijd de auto in, werden naar het vliegveld gebracht en haalden onze vlucht! Ik was super blij toen we in het vliegtuig zaten en we het gehaald hadden!
Leren van problemen
Ondanks alles wat fout ging hebben we een mooie reis gemaakt. We controleren tegenwoordig wel honderd keer onze tickets, onze hotelboekingen en alle data. Daarnaast bellen we van te voren om extra na te vragen of we de huurauto mee mogen nemen naar het buitenland en op ferryboten (indien van toepassing). Zo hebben we nooit meer problemen gehad met het oversteken van grenzen.
Toen we een volgende reis wilden maken keek ik voor een reisadvies op de website van het ministerie van buitenlandse zaken en zocht ik ook even naar Albanië. We horen namelijk ontzettend veel positieve en geweldige verhalen over dat land, terwijl wij het helemaal niets vonden. Toevallig stond daar toen een verwijzing naar de grensovergang en het gebied waar wij zijn geweest. Het bleek er onveilig en er werd aangeraden erg voorzichtig te zijn. Na al die positieve verhalen willen we zeker een keer naar Albanië.
Ook Montenegro staat hoog op ons lijstje, we hopen er gauw een keer naartoe te gaan!
Ben jij weleens in Macedonië, Albanië of Montenegro geweest? Laat het ons weten! We zijn erg benieuwd naar de ervaringen van andere reizigers!