De Dia de los Muertos, of dag van de doden, is een nationale feestdag die heel uitbundig wordt gevierd in Mexico en de rest van Latijns Amerika. Het is de dag waarop de doden worden geëerd.

Het festival vind plaats op 1 en 2 november en op die dag worden de graven gepoetst, vinden er optochten plaats en wordt er gegeten en gedronken. De gedachte is dat de doden niet zouden willen dat de nabestaanden rouwen en verdrietig zijn, en dat het leven van de doden gevierd moet worden. Er worden ofrendas gemaakt: kleine, persoonlijke altaren met bloemen, kaartjes en persoonlijke bezittingen van de overledene.

Oorspronkelijk een oud Azteeks gebruik

Traditioneel is 1 november de dag dat overleden kinderen worden herdacht. Hun graven worden versierd met witte orchideeën. 2 november is de dag dat overleden volwassenen worden herdacht en hun graven worden versierd met oranje Afrikaantjes.

Het feest komt voort uit oude Azteekse gebruiken, gecombineerd met Katholieke invloeden van de Spaanse overheersers. Vandaar dat de dag van de doden wordt gehouden op de katholieke feestdagen Allerheiligen en Allerzielen.

Schedels van suiker en chocolade

Als je rond de Dia de los Muertos in Mexico bent, zul je overal feestelijke versierde schedels en skeletten zien. Vaak zijn ze in felle kleuren geverfd. Dit gebruik komt voort uit Azteekse tijden, toen schedels een trofee waren en tentoongesteld werden tijdens rituelen als teken van dood en wedergeboorte.

Op 1 en 2 november worden veel schedels gegeten: er worden schedels gemaakt van suiker en chocolade. Ze worden cadeau gegeven aan de doden en opgegeten door de levenden. De naam van de ontvanger wordt in het voorhoofd van de zoete schedel gekerfd.

Sommige mensen geloven dat Dia de los Muertos – artikelen zorgen voor geluk. Daarom dragen ze een skeletten popje bij zich, of laten ze zelfs een tattoo met de afbeelding van een schedel zetten!