Vroeg vertrokken uit Ohrid om op tijd bij het klooster van Sveti Naum te zijn. Het klooster wordt namelijk erg druk bezocht door zowel mensen uit Macedonië, Albanezen en toeristen. Het is ongeveer drie kwartier rijden vanuit Ohrid via een prachtige route langs het meer door kleine dorpjes. Bij aankomst heeft een oude man ons meegenomen in zijn boot over het meer. Vanuit de boot konden we het klooster goed zien. Hij heeft ons afgezet bij het klooster en daar hebben we de eeuwenoude kerk bekeken. In het klooster wonen behalve monniken ook een groep pauwen.
Drinken uit de bron
Dichtbij het klooster borrelt het water uit de grond dat de bron is van het meer van Ohrid. We hebben een wandeling gemaakt door het bos naar de bronnen…. Wauw! Het water is glashelder en zuiver, je kunt het drinken. Je ziet het water stromen, borrelen en uit de grond bluppen. Doordat het water zo helder is kun je de waterplanten in het zonlicht zien glinsteren. We hebben hier een hele tijd gezeten, genietend van het natuurschoon en zijn daarna verder gewandeld. Bij de ingang van het klooster kun je een boottocht naar de bronnen maken. Er mogen alleen roeiboten naar de bronnen en slechts een beperkt aantal om alles zoveel mogelijk intact te laten.
Na nog even heerlijk gegeten te hebben zijn we weer in de auto gestapt. We zijn over de bergen van het Galicia nationaal park gereden. Het hoogste punt is erg bijzonder; vanaf hier kun je het meer van Ohrid aan de ene kant van de berg zien liggen, en het meer van Pelister aan de andere kant.
Wegversperring
Van het Galicia nationaal park zijn we naar het Pelister nationaal park gereden, ook al zo mooi. Door een diepe kloof zijn we naar het dorp Maloviste gereden. De weg ernaartoe was erg smal en werd regelmatig geblokkeerd door paarden of koeien die hier gewoon los rondlopen. Als je moet wachten tot ze zin hebben om verder te lopen, hoor je de belletjes rinkelen die om hun nek hangen.
In Maloviste lijkt het alsof de tijd heeft stil gestaan. De huizen zijn oud, de auto’s zijn oud, de mensen zijn oud (alle jongeren zijn weggetrokken) en de stenen weg ligt er vermoedelijk ook al eeuwen. Ooit was dit een welvarend handelsdorp en moeten de huizen prachtig zijn geweest. Nu is alles een beetje vervallen.
Oud vrouwtje
We wilden naar de kerk boven het dorp en werden onderweg aangehouden door een (oude) man die ontzettend goed Engels sprak. We waren nogal verbaasd omdat hij zo oud was en omdat we in de middle of nowhere waren. Hij bleek in Sydney te wonen en de zomers door te brengen in zijn geboortedorp. Hij heeft voor ons gevraagd aan een oude dame met de sleutel om de kerk voor ons te openen. De kerk lag echter een stukje omhoog en deze mevrouw was zo ontzettend oud (zo zag ze eruit, misschien was ze pas veertig, je weet het niet he, maar ze zag eruit als negentig) dat ze amper de heuvel op kwam. Eenmaal boven opende ze de kerk en deze bleek van binnen prachtige fresco’s en houtsnijwerk te bevatten.
We vertrokken uit het dorp en keerden terug in de 21ste eeuw en zijn naar Bitola gereden, de één na grootste stad van Macedonië. Hier hebben we veels te veel gegeten en (alweer, maar de wijn was zo lekker) gedronken en overnacht in een prachtig hotel.