Donderdag zijn we vertrokken uit Istanbul. We moesten zo’n vier uur rijden naar het dorpje Cumalikizik. Dit dorp is prachtig, met allemaal oude Ottomaanse huizen. We moesten de auto aan de rand van het dorp parkeren, omdat in het dorp zelf alleen maar oude stenen paden liggen, waardoor je er alleen te voet of met een lastdier langs kunt. Er is een dorpsplein waar een stuk of twintig marktkramen staan, de meeste met groente en fruit van het seizoen. Op dit moment waren dat tomaten, paprika’s en rozebottels.
In de steile stenen paden is een soort inkeping. Hierlangs loopt het water van een riviertje en kun je er links en rechts van lopen. De stenen zijn op sommige plekken erg glad.
De meeste Ottomaanse huizen van Cumalikizik (probeer het maar eens uit te spreken) zijn in felle kleuren geschilderd. Andere hebben nog de oorspronkelijke bruine kleur. Op de begane grond zitten kleine restaurants, winkeltjes of staan de stallen en het woongedeelte zit er boven. Voor een paar lira kun je gebreide sjaals of babyslofjes kopen van de vrouwen.
WC zelf bijvullen
We hebben een tijdje door Cumalikizik gelopen en hebben er heerlijk gegeten. Buiten de toeristische gebieden zijn er alleen hurktoiletten. Zo ook in Cumalikizik! Naast het hurktoilet staat een maatbeker met water om door te spoelen en het is netjes als je die daarna weer vult voor de volgende gebruiker.
Van Cumalikzik zijn we naar Bursa gereden. Bursa is een erg grote stad, met ongeveer twee miljoen inwoners. We hebben ingecheckt bij het hotel en zijn de stad ingegaan. Er staat een prachtige moskee met twintig koepels en een fontein in het midden, de Ulu Camii. Voor de moskee stond een groep meisjes van een jaar of vijftien die ons een rondleiding in het Engels gaven. Hun hele zomervakantie staan ze dagelijks bij de moskee om toeristen een rondleiding te geven en zo hun Engels te verbeteren.